Cuzco

Hi allen,

Het is weer enkele dagen geleden dat ik iets liet weten. Dit komt door de povere Wifi in Puno en hier in Cuzco.
14/07 zijn we van Arequipa naar Puno gereden. Dit ging van 2300 naar 3800 m hoogte. We kwamen aan op de Alto Plano, de hoogvlakte. Het was een mooie rit. Het landschap veranderde van droge woestijn naar licht begroeit berglandschap. Op de hoogvlakte veel Lama’s en alpaca’s gezien. Ook Vicuna’s, de wilde versie van de lama. Het is er wel wat kouder doch nog temperaturen van 20 graden, maar met wind. In Puno gemakkelijk ons hotel gevonden.
15/07 hebben we de boottocht naar de drijvende rieteilanden gemaakt. Deze eilanden zijn opgebouwd met meer dan 3 m rietlagen door de Oeros indianen. We bezochten verschillende eilanden. Zie de foto’s wanneer ik ze opgeladen krijg. In de namiddag bezochten we de begraaftorens van Silustani. Hier werden de machtigen van het Incarijk begraven in meters hoge torens.
16/07 deze dag zijn we naar de Boliviaanse grens gereden om Copacabana aan het Titicacca meer te bezoeken. De rit naar de grens ging zeer goed. Doch aan de grens moesten we onze wagen achterlaten. Deze mag niet Bolivia in.. De grensformaliteiten waren op een half uur achter de rug. Met een taxi dan door naar Copacabana (8 km). Dit stadje is zeer toeristisch en men kan van hieruitg de eilanden van de zon en maan bezoeken. Hier is volgens de legende het Incarijk begonnen. Na enkele uren zijn we dan terug vertrokken.
17/07 De rit van Puno naar Cuzco. Dit was een rit van meer dan 360 km. We daalden af naar 3300 m. De temperatuur steeg geleidelijk en hier in Cuzco is het overdag meer dan 25 graden en in de nacht boven het vriespunt (in Puno was dat – 7°).
18/07 vandaag hebben we dan de stad Cuzco bezocht. Dit was de hoofdstad van het Inca rijk totdat de Spanjaarden het veroverden. De oude stad werd afgebroken en een nieuwe terug opgebouwd om de grondvesten van de Inca stad. Dit is nog zeer goed te zien in de straten. Zie weer de foto’s, als het lukt ze op te laden.
Morgen bezoeken we de Heilige vallei en gaan naar ollantaytambo;

Tot dan